23 nov (di)

Dinsdag 23 november

Aan al het goede komt een eind. Deze wet blijkt helaas ook op te gaan voor studiereizen: dit is de laatste volledige dag in Japan, alvorens we in het vliegtuig naar Amsterdam stappen. Ik moet toegeven dat ik het naderende einde niet vrees. De laatste weken zijn ontzettend vermoeiend geweest en tijdens de afgelopen dagen merkte ik dat ik niet zozeer lichamelijk, als wel geestelijk enorm moe was. Ik genereer minder vragen, discussieer minder scherp en neem minder informatie op dan ik normaal wil en kan doen. De dag van vandaag staat in het teken van een verplaatsing van Sendai naar Tokio, van Noord naar Midden-Japan, van rustig naar druk.

’s Ochtends is onze laatste kans te genieten van onze Furo (traditioneel warm Japans bad, een soort jacuzzi zonder bubbels, in hotel Hawaii Eki-mae in extra hete uitvoering met waterval en sauna). Het ontbijt bestaat weer eens uit het op geordende en legale wijze plunderen van de lokale supermarkt. Ik vraag me wel eens af hoe het personeel tegen ons aankijkt: er komen ineens 35 lange, luidruchtige, onverstaanbare en vooral hongerige monsters je toko binnen, die je omzet tot dan toe verdubbelen. Voor sommige lokale toko’s heeft zelfs gegolden dat ze een week lang op onze komst konden rekenen, totdat we ineens –van de ene op de andere dag- niet meer komen opdagen. Je zult maar net extra personeel hebben aangenomen....

Het reizen met de Shinkansen is niet nieuw meer, de reis duurt met ruim 4 uur nu alleen wat langer dan normaal. Een korte ronde van ondergetekende door de volledige trein leerde dat er a) vrijwel niet gepraat en b) heel erg veel geslapen werd. Wat dat betreft heeft iedereen zich prima aangepast aan de lokale gebruiken. Misschien is het al eens genoemd, maar het valt ons op dat het ondanks de enorme drukte in Japan over het algemeen vrij stil is. Een groep kwebbelende en lachende Nederlanders valt daardoor al snel uit de toon. Zelf heb ik me redelijk vermaakt met het uitrekenen van de Jacobiaan voor pool- en bolcoördinaten transformaties. Je moet toch wat hè? Op Tokio station nemen we afscheid van *bleep* Lodder, die morgen een vliegtuig eerder neemt en vannacht dus graag wat dichter bij het vliegveld slaapt.

De middag is vrij voor iedereen: Bayan deelt geld uit voor de lunches van vandaag en morgen en ik hoop dat men zo slim is om niet het complete budget om te zetten in souvenirs en (vanavond) in bier. Na een uitgebreide lunch in een noodle-bar vind ik tenauwernood tijd om mijn naam in Katakana (Japans schrift) op een plankje te laten zetten en een CD te kopen, in speciale Japanse uitvoering. We hebben namelijk met de hele groep afgesproken om om 6 uur te gaan eten en de studiereis on-waardig af te sluiten. Eigenlijk had ik nog veel meer willen zien en doen in Tokio: naja, er moet ook nog wat te wensen overblijven. De optimist zal zeggen: een goede reden om ooit nog eens terug te gaan!

Het laatste avondmaal vindt plaats in een restaurant dat Erik en Johan ’s middags hebben gereserveerd: we hebben een leuke deal gemaakt met eten en 2 uur onbeperkt liquide middelen. Leuke deal voor ons, want –zonder dat het echt genant wordt- mogen vanavond alle remmen los en daar maken de deelnemers graag gebruik van. Uiteraard is dit het moment voor mij om als voorzitter de groep toe te spreken en de deelnemers te bedanken. Ruim 3 weken geleden meldde ik in de bus naar Schiphol dat iedereen mij trots had gemaakt met de voorbereidingen op de reis van zowel commissie als deelenemers en dat ik hoopte dat iedereen mij nog trotser zou maken. Terugkijkend kan ik zeggen dat iedereen dat absoluut waar heeft gemaakt. Als commissie hebben we menig probleem moeten tackelen, maar dat is eigenlijk altijd zonder grote aardbevingen gedaan. De deelnemers hebben zich enorm nieuwsgierig en respectvol gedragen tegenover onze Japanse gastheren en –dames. De studiereis is dankzij de deelnemers uitgegroeid tot een ‘window of opportunity’, een periode om vragen te stellen, mensen te leren kennen en informatie te verzamelen, precies zoals de commissie dat voor zich had. Voor ons ligt nu de uitdaging om die informatie te bundelen in het micro-onderzoek en het naverslag, dat op 1 april tijdens het afsluitende symposium wordt gepresenteerd. Miko Elwenspoek verwoordde het tijdens zijn praatje mooi: iedereen heeft zich on-studentikoos gedragen.

Dat de spreekwoordelijke knop een bijzondere stand heeft gestaan, wordt duidelijk als hij op de laatste avond helemaal omgaat. We gaan met 34 uitbundige Hollanders onder leiding van een in Japan wonend Nieuw-Zeelands meisje (vorige week leren kennen in de disco) het nachtleven in Tokio onveilig maken, voor zover je daar in een veilig land als Japan van kunt spreken dan. Na enige onderhandeling met louche vertegenwoordigers van de lokale uitgaansetablissementen belanden we in een Karaoke bar waar we -wederom onbeperkt voor 2 uur- kunnen genieten van gezang en Japanese-style *bleep*tails. Dat laatste betekent: siroop met een op water-gelijkend aanmaakgoedje en een flinke bak ijsklontjes. Niet iedereen is ervan overtuigd of er überhaupt alcohol in zit, maar de stemming is opperbest en wordt in de loop van de avond alleen maar beter. De details? Die moet je maar te weten komen door er met een deelnemer over te praten of de foto’s te bekijken. Die zeggen immers meer dan hoeveel woorden dan ook. Het feest gaat in ieder geval door tot de laatste uurtjes en vormt een on-waardige afsluiting van een fantastisch tijd!

Roland Meijerink